| Achterflaptekst | Anderhalf jaar na de bevrijding van Nederland vond er op 27 oktober 1946 een nationale gebeurtenis plaats: duizenden mensen beleefden de afvaart van de Willem Barendsz.
De tot fabrieksschip voor de walvisvaart omgebouwde tanker zette koers naar de antarctische wateren met een bemanning van 244 helden. Er moest traan komen voor de productie van vooral margarine. Het maritieme avontuur in koude exotische streken sprak de natie vooral aan, iedereen leefde mee.
Anton Schols maakte deze eerste Willem Barendsz-expeditie mee als traankoker. Hij hield zijn ogen niet alleen open bij de traankokerij, maar hield van deze opmerkelijke reis ook een dagboek bij. Dit dagboek is de basis van dit boek.
Van het goed georganiseerde maar wel rauwe bestaan op zee, de merkwaardige typen aan boord, het harde werken, de jacht, het verwerken van de gevangen dieren, de resultaten en teleurstellingen, de feesten en kleine gebeurtenissen aan boord wordt verslag gedaan. Met een simpel 'Clackje' legde Schols veel aan en buiten boord vast op foto's die het verhaal ruim illustreren. Het avontuurlijke verhaal is niet geromantiseerd, de belevenissen zijn vanaf de werkvloer geschreven.
Bij het lezen is het alsof je in de schoenen van de schrijver staat en de zeven maanden durende reis zelf beleeft.
|